Opleidingen aan hogescholen
Waar?
De opleiding bedrijfsmanagement, afstudeerrichting rechtspraktijk, is een driejarige opleiding op het niveau van professionele bachelor. Het is een voltijdse opleiding met een totale studiebelasting van 180 studiepunten (60 per jaar).
De meeste studenten rechtspraktijk hebben een vooropleiding genoten in het algemeen secundair onderwijs (iets minder dan 60%) of in het technisch secundair onderwijs (iets minder dan 40%). Een heel kleine minderheid (1%) komt uit het beroepssecundair onderwijs.
Vandaag bieden acht Vlaamse hogescholen een aparte opleiding rechtspraktijk in dagonderwijs aan voor paralegals:
- Katholieke Hogeschool Vives Noord (Vives) in West-Vlaanderen
- Arteveldehogeschool (AHS Gent) en Hogeschool Gent (Hogent) in Oost-Vlaanderen
- University College Leuven Limburg (UCLL), campus in Vlaams-Brabant
- Artesis Plantijn Hogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool (KDG) en de Thomas More Hogeschool (Thomas More) in de provincie Antwerpen
- Provinciale Hogeschool Limburg (PXL) en de University College Leuven Limburg (UCLL), campus in de provincie Limburg.
Sommige mensen die al in het werkveld staan, voelen (na een tijd) de nood om een opleiding rechtspraktijk te gaan volgen, omdat ze bijvoorbeeld een deel juridische kennis missen die hun job wel vereist. Voor hen biedt een aantal hogescholen een speciaal programma voor werkstudenten aan. Vives Noord in West-Vlaanderen geeft sinds 2015 zelfs de mogelijkheid om het diploma in afstandsonderwijs te behalen en ook andere hogescholen zetten stappen in die richting.
Wat?
De verschillende hogescholen mogen het curriculum vrij invullen en aanpassen. Er is met andere woorden geen eengemaakt curriculum dat wordt opgelegd door de overheid. Zo geven sommige hogescholen er de voorkeur aan om het eerste jaar van de opleiding enkel algemeen vormende vakken zoals ICT, talen en economie aan te bieden en pas vanaf het tweede jaar de student onder te dompelen in het juridische bad. Andere hogescholen verkiezen dan weer om al vanaf het begin een aanzienlijk pakket rechtsvakken in te lassen.
Ondanks het gebrek aan een eenvormig curriculum, bestaat de opleiding rechtspraktijk in alle hogescholen uit een combinatie van kennis en vaardigheden. Er zijn dus zeker ook veel gemene delers te vinden.
Ten eerste is een brede juridische kennis essentieel. De juridische opleidingsonderdelen omvatten dan ook quasi alle rechtstakken, gaande van burgerlijk recht tot strafrecht, gerechtelijk recht, Europees recht, handelsrecht etc. Kenmerkend voor de bacheloropleiding is dat deze juridische vakken op een praktische manier worden aangeboden. Niet alleen moeten studenten tijdens de interactieve colleges de kennis onmiddellijk kunnen toepassen in concrete gevallen. Ook worden sommige lessen gegeven door gastdocenten die met beide voeten in de praktijk staan. Op die manier wordt kennis gecombineerd met het aanleren van de competenties om oplossingsgericht, nauwkeurig en in teamverband te kunnen werken.
Naast de juridische kennisvakken zijn er de juridische vaardigheidsvakken. Zo leert de student in het vak rechtsmethodologie om juridische bronnen snel en efficiënt op te zoeken en te hanteren. Ook de vakken ‘juridisch schrijven’ en ‘juridische deontologie’ worden aan verschillende hogescholen aangeboden. Op het einde van hun studie lopen de studenten een praktijkstage binnen het juridische werkveld. Hierbij kunnen de studenten kiezen uit een ruime waaier van mogelijkheden: bedrijf, sociaal secretariaat, OCMW, politiedienst, griffie, gerechtsdeurwaarder, notaris, parket, financiële instellingen, verzekeringskantoren etc. Ook in het buitenland worden stageplaatsen aangeboden. De stage duurt 8 tot 16 weken, afhankelijk van de hogeschool.
Behalve de juridische vakken bieden alle hogescholen managementvakken aan, zoals boekhouden, bedrijfseconomie, niet-juridisch gerichte communicatievakken en ICT.
Ten slotte vormen de taalvakken een laatste belangrijke component van het curriculum. (Juridisch) Frans en Engels staat in zowat alle hogescholen op het programma.